5/5

“Wie serieus wil groeien moet zichzelf niet te serieus nemen.”

Blog

Wat je van je kamerplanten kunt leren over je personeel

Je kent ze wel: die prachtige groene planten in je huis of kantoor. Sommige floreren moeiteloos, anderen laten hun bladeren hangen alsof ze een zware werkweek achter de rug hebben. Maar wist je dat jouw relatie met kamerplanten verrassend veel zegt over hoe je omgaat met je team?

Ik was ooit zo’n type dat zelfs een vetplant nog dood kreeg. Echt, het enige wat mijn planten levend hield, was hun kunstmatige oorsprong. Tot ik ontdekte dat de zorg voor planten verrassend veel overeenkomsten heeft met het leidinggeven aan mensen.

Als teamcoach, organisatieadviseur en theaterregisseur hoor ik ook over leiderschap veel misverstanden, zoals: “Je hebt het of je hebt het niet.” Of: “Hij is nu eenmaal zo.” Het zijn uitspraken waar ik een gruwelijke hekel aan heb. Maar waarom zeg ik dan zelf zoiets als het gaat om mijn groene vingers?

Hier negen lessen die ik zelf met vallen en opstaan heb opgedaan, over tuinieren én over leidinggeven.

1. Aandacht is het nieuwe goud

Als student had ik een goudpalmpje dat langzaam bruin werd. Mijn oplossing? Meer water. Nog bruiner. Nog meer water. En toen… schimmel.

Pas jaren later gaf mijn vriend Frits me de gouden tip: “Loop elke dag even langs je planten. Voel de aarde, kijk naar de bladeren. Kleine check-ins.” Kost niks, doet wonderen.
Toen ik het hoorde dacht ik: Jij hebt makkelijk praten, jij bent met pensioen. Maar zijn planten zagen er zó goed uit dat ik het toch ben gaan proberen, en hij had gelijk.

Zo werkt het ook met medewerkers. Wekelijkse één-op-eentjes, een kort praatje bij de koffieautomaat – dat zijn de momenten waarop je als leidinggevende écht ziet hoe het met iemand gaat. Eerst denk je: “Daar heb ik toch geen tijd voor?” Maar als je het onderdeel van je routine maakt, bespaart het je uiteindelijk een hoop tijd en frustratie.

Of zoals Danielle Braun zo mooi zegt: “Aandacht is het nieuwe goud.”

2. Begrijp de basis

Ik dacht ooit dat alle planten gewoon ‘water en zon’ nodig hadden. Tot ik ontdekte dat sommige tropische planten doodgaan van direct zonlicht en cactussen juist verzuipen door te veel aandacht. En wat te denken van de grond?

Het bleek dat ik de basis over het hoofd zag. Welke voeding zit er in de aarde? Het was niet dat ik de “magic touch” miste. Ik had gewoon een gebrek aan kennis.

Ik kocht een paar planten bij een online winkel voor biologische planten en kreeg er een gratis online tuincursus bij. Daar deed ik nét genoeg kennis op om het weer eens te proberen met mijn kamerplanten. Maar vooral: ik ontdekte dat je gewoon online wat onderzoek kunt doen naar welke plant wat nodig heeft.

Moraal van het verhaal: niet iedereen heeft hetzelfde nodig. De ene medewerker floreert bij vrijheid en verantwoordelijkheid, de ander heeft duidelijke structuur nodig. Als je je team behandelt als een eenheidsworst, krijg je verwelkte resultaten.

Dus: hoe zit het eigenlijk met jouw basis? Weet je voldoende van leidinggeven en weet je voldoende van je medewerkers? Of wordt het tijd om wat extra kennis op te doen?

3. Lef in leiderschap: durf radicaal te zijn

Verpotten vond ik doodeng. Bang dat ik de wortels zou breken. Maar planten groeien niet als ze in een te kleine pot blijven staan. En als je een plant jarenlang in dezelfde voedingloze grond laat staan, kun je nog zoveel water en liefde geven – dood gaat ie toch.

Zo is het ook met medewerkers die vastzitten in hun functie. Soms moet je rigoureus zijn: iemand uitdagen, een andere rol aanbieden, misschien zelfs een moeilijke beslissing nemen. Geen groei zonder verandering.

Het is eng, dus doe het met liefde en aandacht. Maar denk niet dat het “vanzelf” goed komt met die ene medewerker die aan het verpieteren is. Is diegene echt gelukkig in de rol waar hij nu zit? En wat is ervoor nodig om het werkgeluk terug te vinden?

Als je blijft doen wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd kreeg.

4. Graaf dieper

Het lijkt tegenstrijdig met de vorige tip – maar dat is het niet. Als een medewerker niet lekker meedraait, betekent dat niet per se dat je direct moet ingrijpen. Het betekent eerst: beter luisteren en observeren om de oorzaak te achterhalen.

Mijn Aloë Vera had ineens hangende bladeren. Mijn eerste impuls? Water geven. Gelukkig checkte ik eerst de grond: kletsnat. De plant had juist minder water nodig. Toen ik de kluit uit de pot haalde, zag ik overal schimmel.

Als manager heb je vaak een enorme behoefte om tot actie over te gaan. We willen helpen, oplossen – kortom: IETS DOEN! Vooral als we haast hebben. Maar we trainen onszelf te weinig in de kunst van het vragen stellen.

Welke aannames heb jij al gedaan over hoe jouw teamleden in elkaar zitten? En heb je echt de tijd genomen om door en door en door te vragen, om tot nieuwe inzichten te komen?

5. Meng oud met nieuw

Toen ik mijn planten ging verpotten, leerde ik dat je oude en nieuwe aarde moet mengen. Zet je ze ineens in totaal nieuwe grond, dan krijgen ze een shock.

Bij organisatieverandering werkt het net zo. Jij vindt het toch ook niet fijn als je ineens uit je vertrouwde omgeving wordt gerukt? Dan ga je je vastklampen aan elk beetje houvast dat je kent.

Als dat bekende je niet gegund wordt, ga je er extra hard naar zoeken – bijvoorbeeld door te klagen, of conservatief te praten over hoe “vroeger alles beter was”.

Als leidinggevenden rennen we snel voor de troepen uit. We voelen zoveel noodzaak bij de nieuwe verandering, dat we vergeten te benoemen wat er hetzelfde blijft.

Elke verandering brengt onzekerheid met zich mee. Door expliciet te zijn over wat niet verandert, worden de dingen die wél veranderen een stuk beter te verdragen.

Dus ja: ga voor die verandering. Alleen: doe niet alles tegelijk. Meng altijd oude en nieuwe grond. 

Natasha met plant uit pot

6. Elke verandering vraagt extra aandacht – en vooral: tijd

Na het verpotten hield ik mijn planten extra in de gaten. Sommige bleven eerst een beetje slap hangen voordat ze herstelden. Bij anderen dacht ik: dit wordt niks meer.

Zoals die roos die ik te lang in een los potje in de tuin had laten staan en bijna had weggegooid. Maar ik gaf hem nieuwe grond, wat geduld, en hij bloeide een jaar later prachtig. Net als die magische orchideeën: ze lijken dood, en dan ineens… komt er weer een bloem.

Zo is het ook met medewerkers. Een nieuwe rol, een reorganisatie – zelfs een kleine verandering kan tijd kosten om aan te wennen. En dat duurt soms langer dan jij verwacht of zou willen.

De meeste ontwikkeling speelt zich af onder de grond – waar jij het niet ziet. Dus oefen jezelf in geduld, en sta open voor magie. Mensen zijn wonderlijke en zelfherstellende wezens die zichzelf ineens opnieuw kunnen uitvinden.

7. De juiste omgeving is alles

Je kunt een talentvolle medewerker aannemen, maar als diegene in een toxische teamcultuur terechtkomt, blijft er weinig van over. Mensen groeien in een omgeving die past bij hun talenten en persoonlijkheid.

Ik had een prachtige varen gekocht. Na drie weken was het een verdroogd bosje ellende. Waarom? Hij stond naast de verwarming.

Teamcultuur is een collectieve blinde vlek. Managers volgen wel leiderschapstrainingen of oefenen hun coachingsvaardigheden, maar vergeten zich te verdiepen in de kracht van teamdynamiek.

Zo kan het zijn dat een medewerker zich onuitstaanbaar gedraagt, omdat in de organisatie behoefte is aan duidelijkheid over leiderschap. Of dat nieuwe collega’s steeds snel opgebrand raken.

We denken snel dat het aan de collega ligt, maar vaak is het een cultuurkwestie.

Kijk daarom niet alleen naar het individu, maar naar het hele systeem. Welke interacties en patronen houden het probleem in stand? Als je werkt aan de verbindingen, veranderen de individuen vaak vanzelf mee.

8. Kies je adviseurs zorgvuldig

Bij mijn eerste stapjes op tuiniergebied had ik welgeteld één informatiebron: het tuincentrum. Elke lente zette ik weer vrolijk nieuwe bloemetjes in mijn tuin.

Tot ik op LinkedIn een artikel las over hoe veel tuinplanten daar vol zitten met gif. Ik verdiepte me erin en kon mezelf wel voor m’n kop slaan. Al die jaren dacht ik dat ik de insecten hielp – terwijl ik ze vergiftigde.

Nu weet ik: onbespoten planten zien er bij aankoop misschien klein en onbeduidend uit, maar ze worden bij je thuis groot en sterk. Terwijl die felgekleurde viooltjes die met gif en kunstwarmte zijn opgekweekt, bij de eerste koude nacht het loodje leggen.

Als leidinggevende geldt hetzelfde. Iedereen heeft wel een mening over leiderschap, en iedereen wil je iets verkopen. Kies je mentoren dus zorgvuldig.

Luister naar mensen die echt kennis van zaken hebben. En vooral: naar mensen die voorbij hun eigen belang kunnen kijken.

Dat dure adviesbureau dat vindt dat jij veranderkundige begeleiding nodig hebt, heeft ongetwijfeld gelijk. Maar maakt het je afhankelijk? Of helpt het je om zelfredzaam te worden?

9. Jij bent de sleutel tot succes (of mislukking)

De laatste en belangrijkste tip is: kijk in de spiegel.

Mijn planten stierven niet omdat zíj slecht waren, maar omdat ík ze slecht behandelde. Het duurde even voordat ik dat inzag. Zo werkt ons brein nu eenmaal – we wijzen makkelijker naar anderen dan dat we naar onszelf kijken.

Het duurde even, maar uiteindelijk viel het kwartje: niet de plant moest veranderen, ik moest beter leren kijken. En dat geldt voor alles wat ik hierboven beschrijf. Mijn eigen gedrag, en mijn bereidheid daarin te leren, maakten bij alle negen tips het verschil. Niet één quick fix werkte zonder dat ik zelf mee veranderde.

Vaak ligt het probleem niet bij de mensen zelf, maar bij de omstandigheden: vage verwachtingen, weinig feedback, angst om fouten te maken. Toch wijzen we als leider makkelijk naar ‘de ander’. Want ja – medewerkers zijn geen robots, je kunt ze niet aansturen met een afstandsbediening. Gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt toch? En tóch ben jij verantwoordelijk voor hoe ze functioneren. Dat wringt. Dus schuiven we die verantwoordelijkheid soms stiekem terug (“Ze moeten gewoon wat proactiever zijn”).

Maar eerlijk is eerlijk: de enige die je écht kunt veranderen, ben jijzelf. Hoe meer jij je eigen blinde vlekken onderzoekt, hoe meer ruimte er komt voor anderen om te groeien. Gezond leiderschap werkt aanstekelijk. Dus investeer niet alleen in het team, maar ook in je eigen leerproces. Geef jezelf voeding, licht, ruimte.

Conclusie: groene vingers bestaan niet

Ik praat (nog) niet tegen mijn planten. Maar wat ik leerde, is dit: planten én mensen zijn geen decorstukken. Het zijn complexe intelligente wezens. Geef ze aandacht, voeding, licht en een plek die bij ze past – en ze bloeien. Net als mensen. En hoe magisch het hele groeiproces ook lijkt- door meer te begrijpen word je er echt beter in. 

Bovendien, ben ik door dit te schrijven extra blij dat ik en mijn collega’s zelf geen planten zijn. Je zal maar volledig zijn overgeleverd aan de zorgen van een al dan niet goed opgeleide manager 😉

Wij kunnen terugpraten. We kunnen zeggen wat we nodig hebben, vragen stellen, spiegels ophangen en onszelf verplaatsen. Dus laten we dat doen. Laten we stoppen met wachten tot iemand anders voor ons zorgt, en zelf op zoek gaan naar de plek waar we floreren. Waar we anderen tot bloei brengen. En waar iemand dan zegt: “Wow, waar haal jij die energie vandaan?”

Alsof het is aangeboren. Terwijl jij weet wel beter. (Pas) als alles goed is; Dan gaat groeien vanzelf. 

Wil je ook soepel veranderen op de werkvloer?

preload imagepreload image